Else Pinto-Herzberg

Jozeph (1872, Nieuwe Pekela), Else (1882, Duitsland, Klein Marple), Walter (Duitsland, Jemgum, 1910) en Betty verhuizen naar Biddemanspad 19 in Apeldoorn. In diezelfde periode, de tweede helft van 1940, worden ook Siegfried Joseph en Recha Joseph-Dilloff, vluchtelingen uit Duitsland, gedwongen om het kustgebied te verlaten.

Ook zij nemen hun intrek op Biddemanspad 19. Op drie gelijksoortige registratiekaartjes van de plaatselijke Joodse Raad staat dat Jozeph slager en grossier is. Zijn gezondheid is niet heel goed; hij lijdt aan diabetes en aderverkalking. Er is een verwijzing naar een doktersattest, maar dat is nooit teruggevonden. Op grond van zijn klachten wordt hij aangeduid als ‘intransportabel’. De registratiekaartjes van Ella zijn ook bewaard gebleven en daaruit blijkt dat ze diabetespatiënt en bijna blind is. Om die redenen wordt Ella ook aangeduid als intransportabel. De doktersverklaring waarnaar verwezen wordt, is niet teruggevonden. Ella is vrijwel zeker met wat later het ‘Apeldoornsche Bosch-transport’ is gaan heten, rechtstreeks naar Auschwitz gedeporteerd. Naast een deel van het personeel betrof dit transport alle patiënten van deze inrichting en enkele Joodse dorpelingen die (enkele dagen eerder) op de ziekenhuisafdeling van het Apeldoornsche Bosch waren opgenomen.

‍U leest hier het hele verhaal